Een foto behoeft een randje
Ik had twee foto's ingezonden voor de fotobespreek-sessies van zaterdag 17 april. Ik had zowel over de inhoud als over de randjes van de foto's wat uit te leggen, vonden sommigen. Goed, dat kan.
Andrea Gulickx
Met veel plezier heb ik drie weken geleden de verhalen van Andrea Gulickx over macro- en smartphone-fotografie gevolgd.
Na haar uiteenzetting ben ik de tuin in gedoken met mijn smartphone. Ik heb geen echt macro-objectief bij mijn camera, dus dat werd de gsm. Onder de blaadjes op enkele centimeters hoogte bevind je je in de jungle van Erik of het klein insectenboek. De titel van Bomans' boek is ontleend aan een spreuk van Leonardo da Vinci: "Wij zijn allen ballingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten." Insecten en lijsten... het staat er, mijn randjes hebben een literaire én historische achtergrond!
De eerste foto is gemaakt vanuit het perspectief van zo'n insect, dat zich continu moet afvragen of hij gegeten zal wórden of zelf zal eten. Schuilen achter een blaadje... kijkend om de hoek...
Bij de nabewerking kwamen vaag wat nerfjes en onregelmatigheden in het blad te voorschijn.
De tweede foto met de diagonale groene structuren werd eveneens met de gsm gemaakt. Mijn smartphone heeft een macro-camera, die opnamen van slechts 2 megapixels produceert. Raw, dat wel. De ruis wordt zo grof als kiezelstenen, maar dat maakt in zo'n abstract beeld niet uit vind ik, het voegt zelfs iets toe. Wat er precies te zien is? Doet dat er toe?
Bespreking
De bespreking van zaterdag brengt me op de volgende opmerkingen:
- Het valt bij het overzicht van besproken foto's op, dat macro vrijwel zonder uitzondering gaat over bijtjes en bloemetjes. De opnamen met andere onderwerpen waren vér in de minderheid. Daar is uiteraard niets mis mee, maar als 'natuur' niet je favoriete onderwerp is hou je niet veel macro-onderwerpen over.
- De onderwerpen zijn veelal concreet en herkenbaar. Andrea maakt toch vooral etherische, dromerige en abstracte beelden. Bij ons ging de discussie over de scherpte van facetogen en over regels die kennelijk in technisch goed uitgevoerde macro-fotografie gelden...
- We hebben ook de onbedwingbare drang om te zoeken naar Wat er op de foto staat, in een poging te verklaren wat we zien, orde te scheppen in de chaos van het aangeboden beeld, alsof een puzzel moet worden opgelost. Vreemd, want dat gespeur haalt de ziel uit een abstracte foto. Laat een foto met rust, laat hem lekker abstract zijn...
Ik voelde me gevleid (ehhh... denk ik) dat in beide groepen waar de bovenstaande inzendingen werden besproken, opmerkingen werden gemaakt over de randjes om mijn foto's. Was dat creatief of dienden die ook ergens voor? werd lekker existentieel gevraagd. Verder had niemand een randje om zijn foto gemaakt.
Obsessie voor randjes
Mijn randjes-obsessie is ontstaan in de jaren '70 van de vorige eeuw, dat is pre-historisch in de digitale tijdmeting. In dat decennium waren niet megapixels de maat der dingen in de camerabrochures die je toen nog had, maar hoeveel procent van het uiteindelijke beeld je in de zoeker kon zien. Nou, mijn Olympus OM-2 liet in de zoeker wel 97 % van het kleinbeeld (24x36 mm) zien. Top hoor. Zo kon je nauwkeurig je beeld componeren. Ach ja, dat was toen: een elektronische zoeker komt op 100%. Spiegelreflexen zijn ook om andere redenen achterhaald.
Jammer was dan wel dat een diaraampje weer een behoorlijk aantal millimeters van de kostbare Kodachromes afknabbelde. Ook de negatiefhouder van mijn Durst M301, een donkere-kamer-bewoner, projecteerde niet de héle Panatomic-X film (legendarisch, 32 iso!) op de grondplank. Na verloop van tijd heb ik de negatiefhouder, een aluminium onderdeel, uitgevijld. Ik heb mijn Durst dus geheel naar de tijdgeest opgevoerd. Sindsdien projecteerde mijn vergrotingsapparaat het héle negatief op mijn fotopapier, omgeven door een wat slordig zwart randje.
Al mijn afdrukjes hadden in het vervolg de zwarte randjes die ik hiernaast laat zien. Licht door het negatief, spiegelingen op het aluminium, onnaspeurbare reflecties, lichtlek onder de papierhouder - maar wel gegarandeerd 100% van mijn kleinbeeld-compositie.
Het gaat er niet alleen om, dat technisch gezien het hele beeld gebruikt wordt. Het gaat er vooral om dat een foto laat zien wat de fotograaf wilde laten zien, en niet een willekeurige uitsnede daaruit. Die willekeur komt van diaraampjes, de negatiefhouder van vergroters, het snijmes van de fotocentrale, het mes van de drukker die vers gedrukte boeken schoonsnijdt. Kijk naar dit voorbeeld:
Verminking
Ik heb het boek If This is True I'll Never Have to Leave Home Again van Robin de Puy aangeschaft na de prachtige expositie in Den Haag, 2016. Het is zo'n boek met randloos aflopende foto's, dat wil zeggen dat de drukker met zijn snijmes dwars door de foto gaat om te voorkomen dat er kleine witte randjes ontstaan - en om het boek mooi recht te maken. Dat is letterlijk een verminking, ook al is hij klein. Ik zie liever boeken met een witte rand om de foto's, dan vallen vingerafdrukken ook niet zo op. En je kunt beter de keus van de fotograaf zien: wie zegt dat de beeldverhouding van de opname dezelfde is als de spread in het boek? De opmaak is vast en zeker in overleg met De Puy gemaakt, maar de foto is ook in letterlijke zin afgesneden. En nu ik er toch ben: een foto hoort niet over de vouw van een boek te worden gedrukt, want je kunt die beelden niet goed bekijken zonder de rug van het boek te breken. Een foto hoort niet in de goot.
Ook om de vaak grote foto's die ik laat afdrukken in de afdrukcentrale maak ik tevoren een randje. 10 pixels zwart, daarbuiten 90 pixels wit (die vallen hierboven weg tegen de achtergrond). Het snijmes van de fotocentrale gaat zodoende niet door mijn foto, maar door het niet-kritische wit.
Ik doe dus ook aan smartphone-fotografie of mobile photography: dat is fotografie die bedreven wordt met een mobiel apparaat als een smartphone of tablet (dat kon je raden) en die ook wordt nabewerkt op datzelfde apparaat. Dus niet met spierballensoftware op de PC, wil ik maar zeggen. De nabewerking op de gsm doe ik in Snapseed. Daarmee kun je (ook) mooie randjes om je foto's maken die valse collodiumvlekken en surrogaat-Polaroidkadertjes nabootsen. Ik doe het schaamteloos want ik voel al bijna een halve eeuw een diepe verbondenheid met die randjes. Een randje symboliseert waar de foto ophoudt.
Zo, nu weten jullie mijn diepste fotografische geheimen.
Kees Molders
alle foto's en bewerkingen: Kees Molders (behalve de Olympus, dat is een fabrieksfoto).